Voorzitter Ties van der Meer is Master

Medio september rondde stichtingsvoorzitter Ties van der Meer zijn Master-opleiding Social Work af. Zijn thesis “Wat is familie?” onderzoekt het beeld van familie van donorkinderen. Omdat hij beroepsmatig docent SPH aan de Haagse Hogeschool is, heeft Ties de afgelopen twee jaar zijn baan en werk voor de stichting kunnen combineren met het behalen van zijn mastergraad.
master-ties-8
De kersverse Master heeft hiervoor regelmatig overleg gevoerd met de wereldwijd gerespecteerde autoriteit professor Ken Daniels en onderzoek gedaan.Ties over de uitkomsten:

Familiebanden
“Ik zal enkele conclusies delen over het beeld van familie. De meeste mensen weten dat familiebanden ontstaan op basis van biologische-/bloedverwantschap en sociaal contact. Zoals acceptatie en zorg voor elkaar. Het bijzondere aan donorkinderen is dat door overheid, artsen en vaak ook hun directe familie een deel van hun biologische verwanten (de kant van de donor) geen familie genoemd mag worden. Er is dus grote bemoeienis en inbreuk in het zelf kunnen vormgeven van familierelaties voor donorkinderen.”

“Een uitkomst van het onderzoek is tevens dat donorkinderen zeer persoonlijke beelden van familie opbouwen. Familie kan ook veel verschillende bases hebben; biologisch maar ook sociaal. Beiden hebben grote betekenis voor hun zelfbeeld en welbevinden. Belangrijk is dus dat uitspraken die familie terugbrengen tot biologisch óf sociaal voor donorkinderen een loyaliteitsconflict opleveren. Er hoort helemaal geen sprake te zijn van een keuze tussen biologisch of sociaal! Donorkinderen kunnen beiden ervaren als familie.”

Vader
“Daarnaast ervaren donorkinderen vaak dat de juiste woorden niet bestaan en dat andere mensen hun situatie niet begrijpen. Verschillende donorkinderen hebben de ervaring dat zij ‘belerend’ worden toegesproken als  zij het woord ‘vader’ gebruiken. Dat hoort niet want een donor is iets anders. Dit getuigt van weinig begrip en respect.Donorkinderen weten namelijk zelf heel goed wie en wat zij bedoelen. Het blijkt dat de bevraagde donorkinderen hun eigen verwachtingen, hoop en wensen van elkaar kunnen scheiden en hanteren.”

“Het is dus belangrijk dat overheid, professionals en vooral ouders eerst eens gaan luisteren naar donorkinderen over hoe zij familiebanden zien en hoe zij deze willen vormgeven in plaats van hun eigen verwarring en onzekerheden te projecteren op donorkinderen.
Geen enkel donorkind houdt minder van zijn sociale familie omdat er ook biologische familie of verwanten zijn. Net zoals biologische familie of verwantschap niet betekenisloos is omdat er al een sociale familie bestaat. Voor donorkinderen is het belangrijk dat zij worden geaccepteerd met al hun familie en verwanten door al hun familie en verwanten!”