Minister Kuipers, laat donorkinderen niet onnodig wachten!

Momenteel mogen donorkinderen pas vanaf 16 jaar weten wie hun donorouder is. Vorige week adviseerden onderzoekers minister Kuipers om die leeftijdsgrens te laten vervallen. Toch wil hij dit advies nog niet betrekken in het Kamerdebat op 6 maart.

In het onderzoeksrapport dat vorige week verscheen, wordt bepleit om donorkinderen op elk gewenst moment toegang tot informatie over de donor te geven. In 2019 verscheen de tweede evaluatie van de Wet donorgegevens kunstmatige bevruchting (Wdkb), waarin ook al kritische opmerkingen stonden over de leeftijdsgrens voor donorkinderen om toegang te krijgen tot de persoonsidentificerende gegevens van hun donorouder (en eventuele halfsiblings via die donor). In de wetsgeschiedenis ontbreekt namelijk een goede onderbouwing voor de huidige leeftijdsgrens van 16 jaar.

Naar aanleiding van deze wetsevaluatie liet de Minister een onderzoek uitvoeren naar de leeftijden waarop donorkinderen informatie kunnen krijgen. Maar in dit zojuist uitgekomen adviesrapport worden (opnieuw) geen redenen genoemd om deze leeftijdsgrens te handhaven. Vanuit juridisch, medisch, opvoedkundig en ethisch perspectief zijn die er niet. Integendeel zelfs: door het achterhouden van donorgegevens tot 16 jaar lijdt een donorkind vaak onnodige schade, en de ondervraagde donoren zelf hadden geen bezwaren om hun gegevens eerder te laten verstrekken.

Nota van wijziging
In het adviesrapport wordt de Minister geadviseerd om eerst aanvullend onderzoek te doen naar het soort ondersteuning dat ouders nodig hebben, mochten de leeftijdsgrenzen vervallen. Maar dit zou volgens ons tot nodeloze vertraging leiden. Ten eerste zijn er nu al kinderen die op hun 16e de gegevens opvragen; eventuele jongere kinderen in hetzelfde gezin liften dan toch ook al mee? Gelijkheid is daarin toch al niet te handhaven. Ten tweede: voor diverse instanties die betrokken zijn bij gegevensverstrekking, zoals de Stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting (Sdkb), is het simpel om nu de leeftijdsgrenzen los te laten, temeer omdat er al een infrastructuur is.

Op 6 maart aanstaande debatteert de Tweede Kamer dan eindelijk over de voorgestelde wetswijzigingen van de Wdkb, mede op basis van de wetsevaluatie in 2019. Dit debat heeft dus ruim vier jaar op zich laten wachten. Helaas laat minister Kuipers nu weten het recentere adviesrapport over de leeftijdsgrenzen nóg niet mee te nemen bij dit debat. Wij vinden dat een gemiste kans. Alle lichten staan nu op groen. Wat weerhoudt VWS ervan een nota van wijziging in te dienen, waarin het rapport direct wordt vertaald in een wetswijziging?

Regie bij het kind
De onderzoekers richten zich in het rapport overigens op gezinnen met donorkinderen. Het gevaar hiervan is dat de ouders mogen bepalen wanneer het donorkind inzage krijgt. Wij bepleiten dat de regie toch echt bij het kind zélf moet liggen. Een cruciale voorwaarde is daarbij dat ouders hun kind inlichten over het feit dat er een donor is.

Nog een pijnpunt in het adviesrapport is een citaat van ouders die ‘eerst een gezin willen vormen’ met hun donorkinderen, en menen dat een donor daarvoor een bedreiging zou vormen. Maar ouders hebben juist een taak om hun kinderen te ondersteunen bij het leggen en hanteren van relaties met hun biologische familieleden. Het doel van de wet is dat ouders transparant zijn over het feit dát er een donor is. Hoe eerder kinderen dit weten, hoe natuurlijker het voor hen zal voelen. De echte bedreiging ligt in het geheimhouden en het achterhouden van informatie: dat schaadt het vertrouwen.

Ouders kozen bewust voor een donor; hun kinderen hebben, net als ieder ander, recht op kennis van hun biologische afstamming. Het is tijd om op 6 maart de leeftijdsgrenzen in de Kamer te bespreken en af te schaffen. Mensenrechten zijn immers niet leeftijdsgebonden.

 

Ties van der Meer, voorzitter Stichting Donorkind
Brenda Frederiks, gezondheidsjurist
Margaretha Coornstra, moeder van een donorkind
Ludmilla Coornstra, donorkind